Op 8 maart vond in Madrid een feministische betoging plaats naar aanleiding van de dag van de vrouw. 120.000 mensen zakten toen af naar de Spaanse hoofdstad. Sinds het begin van de lockdown beschuldigt de oppositie de socialistische regering van PSOE en Unidos Podemos ervan om de manifestatie te hebben toegelaten wegens ideologische redenen. Nochtans was het toen al duidelijk dat het coronavirus aan een opmars bezig was in het land. Daarom loopt er een gerechtelijk onderzoek dat nagaat of de viroloog Fernando Simón en Minister van Volksgezondheid Salvador Illa aansprakelijk kunnen worden gesteld voor nalatigheid en achterhouden van informatie. Rechter Carmen Rodriguez Medel, afkomstig uit een Guardia Civil familie, baseert haar onderzoek o.a. op verslagen van de Guardia Civil.
De Guardia Civil manipuleerde in die verslagen de verklaring van een getuige om zo de regering te betichten. Fernando Grande-Marlaska, de Minister van Binnenlandse Zaken stuurde het hoofd van de Guardia Civil, kolonel Diego Pérez de los Cobos, daarom de laan uit. Officieel wegens “een gebrek aan vertrouwen”. Een dag later nam Laurentino Ceña, de nummer twee van de politie-eenheid, zelf ontslag. Nog een dag later volgde Fernando Santafé zijn voorbeeld. Hij werd beschouwd als de nummer drie van het korps. Daarmee hangt er oorlogsstemming in de lucht tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken, de Guardia Civil, justitie en de rechtse oppositie: kortom de franquistische Deep State versus de regering.
Ex-kolonel Pérez de los Cobos is de broer van een conservatieve rechter van het Grondwettelijk hof en zijn verleden leest niet als een onbeschreven reactionair blad. Zijn naam circuleert onder meer in de folteringszaak van ETA lid Kepa Urra na zijn arrestatie in januari 1992 door de Guardia Civil. Volgens getuigen zou de tiener Pérez de los Cobos zich op 23 februari 1981 ook hebben aangeboden als vrijwilliger bij de kazerne van de Guardia Civil in Yecla (Murcia), zijn geboortedorp, terwijl luitenant kolonel Antonio Tejero een staatsgreep probeerde te plegen in het Spaanse parlement. De vader van Pérez de los Cobos was militant van Fuerza Nueva, een extreemrechtse partij die ontstond na de dood van dictator Franco en in 1982 werd opgeheven.
Pérez de los Cobos in betere tijden
De ontslagen kolonel was in 2017 ook de eindverantwoordelijke van het Guardia Civil rapport i.v.m. het Catalaanse onafhankelijkheidsreferendum. Deze verslagen werden vorig jaar gebruikt tijdens het proces tegen de politieke en sociale leiders van het referendum. Op het proces verklaarde Pérez de los Cobos dat er op 1 oktober 2017 geen buitensporig geweld was gebruikt door de Guardia Civil en de Policía Nacional aan de stemkantoren. De beelden die heel de wereld rondgingen, spraken hem echter flagrant tegen. Het gemanipuleerde verslag van de betoging van 8 maart in Madrid bevestigt de partijdigheid van de rechtszaak: ook het rapport over het referendum was er een op bestelling en op het proces stonden Pérez de los Cobos zijn cynische, leugenachtige verklaringen in dienst van het hard maken van de beschuldiging van opruiing door de Catalaanse leiders.
Hoewel de terroristische Baskische afscheidingsorganisatie ETA zichzelf twee jaar geleden heeft ontbonden, is het de stok waarmee rechts Spanje blijft slaan wanneer de Partido Popular niet aan de macht is. Wie of wat niet in hun kraam past is een met heel veel korrels zout te nemen ETA-vriend, terrorist en crimineel. Tijdens de verhitte parlementsdebatten over de crisis bij de Guardia Civil was het weer zover. Minister Grande-Marlaska kreeg ook de ETA-zweep over zich heen. Uitgerekend hij die in een vorig leven als rechter ETA-leden naar de gevangenis heeft gestuurd, inclusief de Baskische politicus Arnaldo Otegi o.a. wegens de connectie tussen de inmiddels verboden partij Batasuna en ETA.
Cayetana Álvarez de Toledo, de binnen de partij omstreden woordvoerster van de PP fractie in het parlement, verweet vice-president Pablo Iglesias van Unidos Podemos de zoon te zijn van een terrorist en te behoren tot de aristocratie van de politieke misdaad. Iglesias had haar daarvoor in het halfrond ostentatief aangesproken met haar adelijke titel “markies”. Álvarez de Toledo haar uitspraak is een oude kwakkel van partijgenoot en Europarlementariër Herman Tertsch. Hij bracht de vader van Pablo Iglesias in een tweet in verband met de moord op een politie-inspecteur door de Antifacistische beweging FRAP in 1973. Tertsch werd hiervoor veroordeeld tot het betalen van 15.000€. Daarvoor had hij al eens 12.000€ moeten ophoesten omdat hij Iglesias’ grootvader een moordenaar had genoemd.
Cayetana Álvarez De Toledo versus Pablo Iglesias
De laster van Álvarez de Toledo zal opnieuw in een rechtbank eindigen want de vader van Pablo Iglesias heeft ondertussen klacht ingediend. Dat is slechts bijzaak. Het belangrijkste is dat de opdracht is volbracht. Het imago van Pablo Iglesias en Unidos Podemos is met haar in de media breed uitgesmeerde woorden nog eens besmeurd. Net zoals het extreemrechts VOX noemde ze Iglesias ook nog “een oplichter, communist, het paard van Troje van de democratie, de regeringsambassadeur van ETA, volgeling van de Iraanse ayatollahs, vriend van Nicolás Maduro, een Europese anamolie”. Ook de straatprotesten van de burgerij en de vervalste Guardia Civil rapporten dienen om de Spaanse Deep State verder aan de poten van de socialistische regering te laten zagen.
Commentaires