Catalaanse rumba ontstond begin jaren ’40 van de vorige eeuw in de zigeunergemeenschap van de Barcelonese wijken Raval en Gracia. Het genre kende een explosie in de jaren ’60 toen er Angelsaksische rock’n roll invloeden binnenslopen in de mix van flamenco en Cubaanse rumba en son. De grote inspirators van het genre waren vanaf dan Antonio Gonzalez “El Pescaílla” en vooral Peret. Hij is de uitvinder van el ventilador (de ventilator): de speelstijl waarbij rumba gitaristen terwijl ze op de snaren tokkelen met hun handpalm op de klankkast van hun gitaar slaan. In 1971 was Perets single “Borriquito” (“Ezeltje”) een zomerhit in heel Europa. In 1974 nam hij voor Spanje deel aan het Eurovisie Song festival met het nummer “Canta y sé feliz” waarmee hij negende eindigde. De winnaar dat jaar was het legendarische ABBA met “Waterloo”.
Na de dood van dictator Franco, in november 1975, verdween de Catalaanse rumba uit de aandacht. In de jaren zestig was Spanje ondergedompeld in een diepe economische crisis waardoor de toenmalige minister van Toerisme Manuel Fraga met de slogan “Spain is different” het land in Noord Europa promootte als zon-zee-strand bestemming. De soundtrack van het massatoerisme langs de Costa Brava was in die tijd de Catalaanse rumba. In geen enkele bar, discotheek en dorpsfeest kon je aan de aanstekelijke muziek ontsnappen. Tijdens de terugkeer naar de democratie werd Spanje overspoeld door nieuwe muziekstijlen, zoals rock, die tijdens de periode van de dictatuur enkel in gecensureerde versie het land binnensijpelden. Catalaanse rumba verdween op de achtergrond wegens te Spaans en de connotatie met Franco’s regering. Enkel de naar Barcelona geëmigreerde Argentijn Gato Pérez kon eind jaren ’70 het genre even een nieuw elan geven.
17 oktober 1986 was een cruciale datum voor de Catalaanse rumba. Toen werden in Lausanne de Olympische Spelen van 1992 toegewezen aan Barcelona. Tijdens de voorbereiding op de Spelen vond eind jaren ’80 een gigantische schoonmaak operatie plaats van Barcelona’s kustlijn. De teloorgegane industriewijken die het zicht en de doorgang vanuit de stad naar de Middellandse Zee belemmerden, werden met de grond gelijk gemaakt. Net in die verloederde stadsdelen had de rumba nog niet zijn laatste adem uitgeblazen door de concentratie van zigeuners. Tijdens de slotceremonie van de Spelen op 9 augustus 1992 maakte de in vergetelheid geraakte Peret zijn grote come-back voor de ogen van de rest van de wereld. Tien jaar daarvoor had hij zijn gitaar aan de wilgen gegangen om zich te wijden aan de Evangelische Kerk. Eind jaren ’80, begin jaren ’90 waren de Frans-Spaanse zigeuners The Gipsy Kings op hun commerciële hoogtepunt met een radiovriendelijke interpretatie van de Catalaanse rumba. Tot verontwaardiging van sommige Catalaanse nationalisten wilde het toenmalige socialistische stadsbestuur van Barcelona meesurfen op het succes en presenteerde daarom rumba als een lokaal produkt om het toerisme een duw in de rug te geven.
De Catalaanse rumba leidt sindsdien een tweede leven met opnieuw een hoofdrol voor Fransen met Spaanse roots. Onder leiding van Manu Chao en zijn broer, zonen van Spaanse bannelingen tijdens de Franco dictatuur, stond het Franse Mano Negra tussen 1987 en 1995 mee aan de wieg van een nieuw muzikaal genre: “mestizo”. De Engelse punklegende The Clash verfijnde begin jaren ’80 zijn punkrock door er funkelementen en reggae- en dubritmes aan toe te voegen. Mano Negra volgde hun voorbeeld en maakte het nog pikanter door in verschillende talen te zingen en salsa, flamenco, ska, Frans chanson, Afrikaanse ritmes, hiphop en Catalaanse rumba aan de formule van The Clash te breien. Een Aha-Erlebnis van jewelste in Latijns Amerika en Spanje. Sinds midden jaren ’90 is Catalonië een kweekvijver van mestizo bands. Verschillende van die groepen zijn/waren ook in de Lage Landen graag geziene gasten als er een feestje moe(s)t worden gebouwd: Gertrudis, Dusminguet, Ojos de Brujo, Macaco, Cheb Balowski, La Troba Kung-Fú, La Pegatina, Muchachito Bombo Infierno, Bongo Batrako,…
De compilatie “Gipsy Rhumba – The Original Rhythm of Gipsy Rhumba in Spain 1965-1974” van het exquise Londense label Soul Jazz records biedt een mooi overzicht van vintage Catalaanse rumba. Klik hier
Een andere heel informatieve compilatie die focust op de glorieperiode van Catalaanse rumba is “Achili Funk: Gipsy Soul 1969-1979” van het Madrileense label Lovemonk. Klik hier
Comments